MICROFICTIE

In 2013 krijgt Lydia Davis de Man-Booker Prize  voor haar uiterst korte schetsen. In 2018 krijgt Regis Jauffret een vergelijkbare prijs voor het Franse taalgebied – de Prix Goncourt – voor zijn ‘Microfictions 2018’. Microficties zijn in. Het is het genre van en voor deze tijd.

Wat is microfictie

Microficties zijn prozateksten van een paar zinnen tot enkele honderden woorden. Geen films die je de voor- en achterkant van een verhaal laten zien, maar eerder snapshots, losse beelden met korte aan- en afloop. Het is een genre van de laatste dertig jaar, met wortels in een ver verleden.  Een genre dat groeit in wisselwerking met de manier waarop mensen nu informatie verwerken. Snel en fragmentarisch. Verhalen die in hun kortheid via ieder medium kunnen communiceren. Ook in het theater, ook in ’spoken word’, zeker in het klaslokaal, en van kop tot staart passend op een telefoonscherm.

De vorm

De vorm is vaak uitdagend. Een microfictie kan bestaan uit alleen maar een serie citaten, het kan en brief zijn, een opsomming zonder toelichting, een scherpe observatie van één klein dingetje, een dadaïstisch spel met woorden, een losse dialoog, zonder dat de lezer weet wie er aan het praten zijn. Een gesprek dat je hoort in een andere kamer. Wat woorden, voor iemand die maar een paar minuten tijd heeft. Als een krantenbericht met nieuws uit een andere wereld. Kort, maar met de suggestie van een veel breder verhaal. Klein, maar met een grote impact.

Microfictie in de V.S.

In de V.S. is kunst van zeer korte proza uitgegroeid tot een eigen discipline, met een eigen ontwikkeling, met literaire wedstrijden, bloemlezingen en met tijdschriften gewijd aan dit genre alleen. Het doet de ronde onder verschillende benamingen, zoals Flash Fiction (tot 1000 woorden), Sudden Fiction, Microfiction (tot 500 woorden), Hundred word stories, One minute stories en – voor de hand liggend – Twitteratuur (slechts 140 tekens).

Microfictie internationaal

Wereldwijd zijn er veel schrijvers die microficties schrijven. Voorbeelden zijn:
– in de Verenigde Staten, naast Lydia Davis: Russel Edson, Robert Scotellaro, Amy Hempel.
– in Engeland: David Gaffney.
– in Frankrijk: Francis Ponge, Malcolm de Chazal, Roland Topor, Regis Jauffret.
– in Italië: Tonino Guerra, Italo Calvino, Luigi Malherba.
– in Zuid Amerika: Jorge Luis Borges, Anna Maria Shua, Eduardo Galeano, Alejandro Cordoba Sosa.
– in Israel: Edgar Keret, in Egypte: Naguib Mahfouz…
Dit is maar een greep uit de vele schrijvers, in hun onderling contrast.

Microfictie in Nederland

In Nederland zijn vooral de ZKV’s van A.L. Snijders en de vertaalde bundels van Lydia Davis doorgedrongen bij een breder publiek, maar wordt microfictie als genre op zich niet erkend of opgemerkt. Toch kan men bij nogal wat dichters kleine verhaaltjes en proza gedichten vinden, die onder dit genre vallen. Bijvoorbeeld bij Paul van Ostaijen, en bij K. Schippers. Korte verhalen in hun algemeenheid zijn tegenwoordig niet erg in trek. Microfictie is een wezenlijk ander genre, geeft een andere leeservaring, en richt zich op een ander soort lezen.