EÉN
“Het is raadselachtig hoe Van Wely 142 keer – exclusief enkele eenzinsverhalen tussendoor – de lezer bij de lurven weet te pakken en in een nieuwe wereld weet te plaatsen.
Van Wely, die we kennen als artistiek leider van de Dogtroep en Warner & Consorten, is een man van veel tell en weinig show– bijna alsof we regieaanwijzingen te lezen krijgen. Die bondigheid is ook nodig voor de vorm die hij gekozen heeft: hoe kun je anders zoveel ontwikkelingen verwerken in zulke korte passages? Van Wely’s bundel is dan ook te rijk om in één enkele bespreking te beschrijven: ieder verhaal verdient een eigen analyse en interpretatie, en kan vervolgens aan alle andere verhalen in de bundel worden verbonden. Interessant genoeg verliezen ze naarmate ze langer worden niet aan puntigheid, maar winnen ze enkel aan detail en sfeer. Steeds weet Van Wely een pakkende beginzin te formuleren, en steeds sluit hij ook weer daadkrachtig af. Tussen die eerste en die laatste zin leert hij ons meer over de kunst van het vertellen in het algemeen, en over de vermogens van het korte verhaal in het bijzonder. Die prestatie verdient een diepe buiging.”
Literair Nederland, 6 juni 2018, Anne van den Dool
“De verhalen vormen een diverse verzameling van composities. Het is moeilijk om een overkoepelend thema of een gemene deler aan te wijzen, maar wat ze verbindt is onder meer de zintuiglijkheid. Alles draait om zien, horen, voelen en ervaren. Van Wely heeft daarnaast gekozen voor verrassende perspectieven. Objecten en dieren worden vaak gepsychologiseerd of gepersonifieerd. Zo is er een varken met de grenzeloze ambitie om de lekkerste karbonade uit de geschiedenis te worden en een kortstondige romance tussen een portie spaghetti en een vergiet. Met zijn debuut Eén toont Van Wely zich als een man van weinig woorden maar met veel zeggingskracht. Achter de zeer korte verhalen gaat een veelheid aan beelden en betekenissen schuil. Het zijn korte verhalen waar de lezer in zijn hoofd nog lang plezier aan beleeft. Een man van weinig woorden.”
Boekenkrant, 6 augustus 2018, Nikki Spoelstra
“Een bundel krachtige verhalen kan zoveel sterker zijn dan een voortkabbelende vuistdikke roman. In de woorden van de schrijver: ‘Wat overblijft is een ‘Zeer Kort Verhaal met een Zeer Lange Nasleep’.
Eén is een zwerm verhalen en als zodanig zorgvuldig gecomponeerde speldenprikken. Ze hebben een aangenaam tempo en zijn in hun beknoptheid vaak herkenbaar, humoristisch en confronterend – af en toe zelfs melancholisch. Je leest niet met de achterdocht in je donder, omdat het idee van extra kort en veel weglaten veel cryptische zinnen of een onbegrijpelijk plot doet vermoeden. In plaats daarvan is de taal juist toegankelijk en veelzeggend.”
TZUM, 9 juli 2018, Jaap Krol
“Droog-humoristische, persoonlijke herinneringen, beschrijvingen van alledaagse momenten, absurde vertellingen, slices of life – het rolt er allemaal met gemak uit, met het ritme van prozagedichten. ‘Ik denk dat veel van deze verhalen poëzie zijn,’ zei Van Wely in het radioprogramma Nooit meer slapen.
Het nabije en het niet-bestaande op papier zetten. Zo schopt hij nu dus als auteur dogma’s over opbouw of eenheid van tijd, plaats en handeling omver, net zoals hij dat eerder in het theater deed. ‘Binnen die kleine dingetjes kan je alles doen.’ Overtuigend debuteren op je zeventigste, het kàn.”
Hebban, 8 augustus 2018, VictorDLV